Vandaag was het dan zover, mijn laatste werkdag bij TNT Post, het einde van een tijdperk. Tijd dus om eens terug te kijken op deze periode. Want in de tweeënhalf jaar die ik als postbode heb gewerkt, heb ik natuurlijk het nodige meegemaakt. Een overzicht van mijn belevenissen.
Natuurlijk is de haat-haat-verhouding tussen postbodes en honden bekend. Daar heb ik dan ook vaak mee te maken gehad. Gelukkig hebben honden de gewoonte flink hard te blaffen, wat door mij werd opgevat als een waarschuwing, zodat ik wist dat ik bij deze brievenbus mijn vingers niet te ver naar binnen moest duwen. Katten daarentegen hebben minder de reputatie ruzie te zoeken met de postbode. Dat je toch uit moet kijken met deze dieren bleek toen ik ruzie had met een envelop die niet door de brievenbus wilde op het Strekelveld. Ik duwde de envelop uiteindelijk maar met mijn hele hand naar binnen, toen ik opeens een geluid van een opspringende kat hoorde en een klauw in mijn vinger voelde. Au.
Het leven van een postbode gaat niet altijd over rozen. Je moet door weer en wind de post bezorgen, iets wat soms best zwaar is. Zo heb ik ooit in een storm een brief moeten achtervolgen die van mijn bundel was afgewaaid. Ik kreeg een glimlach van een voorbijganger terwijl ik achter een brief aan rende, niet echt een moment om trots op te zijn. Verder ben ik op winterse dagen ook wel eens onderuit gegaan en heb ik mezelf, zeker in mijn begintijd bij TNT, vaak gesneden aan dichtklappende brievenbussen.
Gelukkig heb ik ook leuke momenten meegemaakt. Voor kinderen is de postbode altijd een mythisch figuur, die ze vol bewondering volgen. Sommigen waagden het zelfs om mij aan te spreken. Meestal voor elastieken, maar soms willen ze ook iets anders. Zo kwam er ooit een verlegen jongetje van een jaar of 10 op mij afgeschuifeld. "Meneer," zei hij terwijl hij mij aankeek met twee vragende oogjes, "wil je vandaag ook de Tina bij mij thuis bezorgen?"
Ik legde hem uit dat ik dat niet kon doen, omdat je daarvoor eerst een abonnement moest hebben.
"Okee," zei hij toen, "wil je dan niet tegen mijn vriendjes zeggen dat ik dit gevraagd heb?"
Een heel vertederend moment.
Een ander mooi moment maakte ik mee één van de eerste keren dat ik doordeweeks werkte. Tot dat moment had ik alleen maar kleine wijken en slecht weer gehad, dus ik was er totaal niet op voorbereid toen ik opeens op een warme dag een grote, mij nog onbekende wijk moest lopen. Halverwege mijn wijk kreeg ik ontzettende dorst en op driekwart hield ik het echt niet meer. Toen heb ik aan een oud vrouwtje gevraagd of ik alstublieft even wat water bij haar mocht drinken. Ik verwachtte er niet te veel van, maar tot mijn verbazing zei ze gelijk: "Natuurlijk jongen, kom binnen."
Nadat ik een glaasje water had gedronken stond ze erop dat ik ook nog een flesje mee zou nemen voor onderweg. Ik heb haar vriendelijk bedankt, en toen sprak ze de wijze woorden "Geen dank, we zijn op de wereld om elkaar te helpen, nietwaar?"
Dit is nu meer dan twee jaar geleden en ik ben nog steeds onder de indruk van deze vrouw.
Verder moet je als postbode ook af en toe aangetekende post rondbrengen. Dat gaat soms gepaard met grappige momenten of problemen. Zo werd de deur twee keer geopend door een vrouw die net onder de douche vandaan kwam met enkel een handdoek om. Dan ben je als postbode natuurlijk gelijk goed wakker op de vroege zaterdagmorgen. Ook heb ik een keer meegemaakt dat de deur werd geopend door een typische Russische moeke, die geen woord Nederlands sprak. Zie haar dan maar eens zo ver te krijgen dat ze een handtekening zet op de juiste plek. Het werkwoord "to sign" bleek ze niet te kennen en ook het woord "autograph" deed geen belletje rinkelen. Uiteindelijk heb ik maar gewoon een groot kruis gezet op de plaats waar mevrouw moest tekenen en haar een pen in haar hand geduwd. Toen was de boodschap eindelijk overgekomen: mevrouw zette haar handtekening en ik kon verder met mijn wijk.
Sweet memories. Voortaan zal ik een nieuwe manier moeten vinden om mijn zaterdagochtend in te vullen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten